Kenniscentrum Toetsen en Examineren

Meerkeuzevragen: het gaat niet om het antwoord

Meerkeuzevragen blijven een geliefde methode voor het toeten en examineren van kandidaten binnen alle lagen van het onderwijs. Ondanks de nadelen die aan deze methode kleven zijn de praktische voordelen voor examinatoren nog altijd van grote meerwaarde.

Toch vormen meerkeuzevragen ook voor examenconstructeurs een uitdaging. Zij moeten namelijk voorkomen dat de kandidaten een vaste gokkans hebben zonder dat zij daarbij het doel van de toets uit het oog verliezen. De doelstelling van een examen is altijd het vaststellen van de lesstofbeheersing van de kandidaat. Het kan niet de bedoeling zijn een leerling vast te laten lopen in strikvragen en details.

Pick your battles…

De Katholieke Universiteit Leuven adviseert examenconstructeurs daarom zich niet zozeer te richten op de antwoorden. De moeilijkheid van een meerkeuzetoets moet namelijk in de vraagstelling liggen.

Een goede meerkeuzevraag voldoet aan een aantal praktische eisen waardoor verwarring bij de kandidaat wordt voorkomen. Zo moet deze geen subjectieve kwalificaties zoals ‘vaak’, ‘nooit’ of ‘veel’, bevatten die verwarring kunnen creëren. Daarnaast dienen de vragen, indien mogelijk, altijd positief geformuleerd te worden.

Het belangrijkste is echter dat de vraag meteen duidelijk maakt welke kennis er van de kandidaat wordt gevraagd. Om dit effectief te doen moet zoveel mogelijk informatie worden opgenomen in de vraagstelling. Hierdoor kunnen de antwoordalternatieven kort geformuleerd worden. Een vraag die voldoende uitdagend en duidelijk is, vermindert immers de gokkans van de kandidaten.

Uit onderzoek is namelijk gebleken dat een onvolledige vraag grotere nadruk legt op de antwoorden. Zo is er een grote kans dat een juist antwoord opvalt doordat deze extra informatie bevat of nauwkeuriger is geformuleerd dan de alternatieven. Ook de lengte van het antwoord en of deze grammaticaal aansluit bij de vraagstelling geven een indicatie of deze al dan niet juist is.

Samen sta je sterk

Een duidelijke vraagstelling voorkomt een te sterke focus op de antwoorden. Een simpele methode om uw vraagstelling te toetsen is deze voor te leggen aan uw collega’s. Laat deze beoordelen of de vraag voldoende duidelijk is. Ook kan uw college de vraag beantwoorden zonder uw versie te zien. Aan de hand van hiervan kunt u besluiten uw eigen toets al dan niet aan te passen.

 

 

Geschreven door: Thomas Kleinveld

Bekijk ook

Goed beleid voor autistische studenten? Dit hoef je niet zelf te bedenken!

Veel mensen zien een stoornis in het autismespectrum als een beperking. Roy Houtkamp niet. Hij …

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *